Goed bewaarde brief.. toch ‘geopend’
Op 31 juli 1697 stuurde Jacques Sennacques een brief aan zijn neef Pierre Le Pers, een Franse koopman in Den Haag. Behalve informeren naar de gezondheid van zijn neef, vroeg Sennacques ook om een gewaarmerkt afschrift van een overlijdensbericht van ene Daniel Le Pers.
Helaas werd de brief nooit bezorgd; dit gebeurde wel vaker als de geadresseerde was overleden, verhuisd of als hij niet kon betalen voor ontvangst. Zo belandde de gesloten brief in de kist van Simon de Brienne, een Haagse postmeester uit die tijd. De kist, met daarin 2600 niet-bezorgde poststukken, waarvan 575 ongeopend, werd bewaard in mediamuseum Beeld en Geluid Den Haag. Het was in die tijd niet gebruikelijk brieven in een envelop te versturen. Die bestaan pas sinds de 19e eeuw. Daarom werden de brieven op een speciale manier gevouwen en verzegeld, zodat de (gevoelige) inhoud niet van buitenaf te lezen was. iedereen deed dit op zijn eigen manier, waardoor de vouwwijze bijna als een handtekening gezien kan worden.
Brief zichtbaar maken
Eind 2015 werd de kist ‘herontdekt’ en werd besloten een onderzoek op te zetten om de inhoud van de brieven via moderne technieken ‘zichtbaar’ te maken, zonder ze te openen. Wetenschappers van de universiteiten van Groningen en Leiden, met hulp van onder meer Oxford en Yale, leidden het onderzoek. Er werd begonnen met een selectie van zo’n twintig brieven, die via een speciale scan-techniek, röntgen-microtomografie, op de Queen Mary universiteit van London werden onderzocht. Met behulp van de scans konden de stukken digitaal worden ingezien. Dat kwam door de ijzerdeeltjes in de inkt, die de scanapparaten kunnen oppikken. Duizenden scans maakten zo de pixels (de letters) op het papier zichtbaar. Die scans leverden uiteindelijk 3D-beelden van de brieven op, al waren niet alle scans even duidelijk. Maar zelfs met een duidelijke scan: door de speciale vouwwijze, ‘lagen’ alle letters over elkaar. Er werd daarom één brief geselecteerd voor verder onderzoek. Rebekah Ahrendt van de Universiteit van Utrecht, en David van der Linden van de Radboud Universiteit in Nijmegen, kozen een brief in het Oud-Frans, omdat zij allebei deze taal beheersen. Deze ene overgebleven brief werd vervolgens op de computer geopend door een computergestuurd algoritme. Het algoritme analyseerde de scans en de manier waarop het papier gevouwen was. Vervolgens kon het papier digitaal worden ‘ontvouwd’. Dat leverde de onderzoekers een duidelijk 2D-beeld van de post op.
Het team had vier jaar nodig om het algoritme te ontwikkelen. Met het algoritme konden de pixels aan elkaar geplakt worden tot een leesbaar A4-tje. Maar de volgorde klopte niet, dit moest door de onderzoekers zelf nog in een logische volgorde worden gezet. De hoop is dat met het ontwikkelde algoritme in de toekomst nog meer brieven digitaal ‘ontvouwen’ en gelezen kunnen worden. Het zijn brieven van ‘gewone’ mensen, geschreven in allerlei talen, die voor historici veel duidelijk kunnen maken over het dagelijks leven. Het waren geen brieven van de elite. Het onderzoek werd op 2 maart gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications. Hoe goed papieren documenten ook bewaard worden, wat er eeuwen later met nieuwe technieken toch te ontdekken is, is nooit te voorspellen.